Bach en de fuga's

Het woord "fuga" betekent letterlijk: "vlucht" 

In een iets vrijere vertaling zou je het een klinkende reis kunnen nomen.

Een ambachtelijke compositietechniek waarbij na de introductie van het thema, dit thema telkens weer terugkomt, en muteert, in een doorlopende stroom van noten. 

Bach is de ultieme meester van de fuga's, door de sublieme combinatie van zijn vakmanschap en creativiteit. Ik zal in deze blog beschrijven welke ontwikkeling Bach doormaakt bij de 3 fuga's van de sonates, en hoe wij daarmee een glimp kunnen opvangen hoe zijn geest werkte.

In de Jazz is het gebruikelijk om op een gekozen thema langdurig te improviseren om uiteindelijk weer "thuis" te komen bij het oorspronkelijke thema. Formeel is er geen vaststaand einde en zou men eindeloos door kunnen gaan.

In de chaconne van Bach zien we hetzelfde principe; na maar liefst 59 variaties op het thema, keert het oorspronkelijke thema weer terug; als een gestolde improvisatie. Een kleine coda na het thema is er aan toegevoegd om de Chaconne tot een einde te brengen, maar de violist moet dan wél op het juiste moment de juiste afslag nemen richting het coda. Het doet mij denken aan de beruchte ringweg Boulevard Phériphérique in Parijs. Als je daar de juiste afslag mist, riskeer je de hele ring nóg eens te moeten rijden. Wees dus waakzaam op het juiste moment!

Iets dergelijks overkwam vroeger de begenadigde Nederlandse violist Willem Noske. Toen hij bij een uitvoering van de Chaconne de verkeerde afslag nam en het coda miste, wist hij niet meer hoe hij eruit moest komen en speelde de hele chaconne toen maar nog een keer in zijn geheel! Na afloop zei iemand uit het publiek: Meneer Noske, die chaconne was echt práchtig maar wel...een beetje lang.

De muziekvorm bij uitstek waarbij er met een thema creatief wordt omgegaan is de Fuga, en het is interessant om te bekijken hoe de drie fuga's van de vioolsonates van elkaar verschillen en welke ontwikkeling Bach daarin doormaakt. We kunnen hiermee zelfs een glimp opvangen hoe zijn geest werkte, en waar hij mee worstelde.

De fuga van de 1e sonate in g klein is relatief kort, compact geschreven, waardoor het wordt ervaren als één spanningsboog. Ik krijg hier altijd kippenvel wanneer het orgelpunt begint op de dominant (de 5e toon "D" t.o.v. G) en daarmee spanning creëert,  en de vierstemmige akkoorden met wrange dissonaten voor extra drama zorgen. Het einde van het deel kondigt zich al lang van tevoren aan en is onvermijdelijk, of Bach het nu zélf had gewild of niet. Dit maakt deze fuga voor mij persoonlijk tot de meest dramatische.

Helemaal anders is dat in de fuga van de 2e sonate in a klein. Hier neemt Bach de controle over, maar hij lijkt nog geen controle te hebben over zichzelf, en juist zijn manische scheppingsdrift maakt deze Fuga zo verbijsterend!

Het thema is net zo compact als dat van de 1e sonate, maar hier weet Bach van geen ophouden. Je kunt je een scène voorstellen waarbij Bach in zijn Componierstube de ene creatieve ingeving na de andere kreeg, de tijd vergat, zijn vrouw Maria Barbara naar hem bleef roepen: "Johann, kom nou,  het eten wordt koud!" "Jaahaa, ik kom zo" en vervolgens weer urenlang door ging moduleren met het thema door alle mogelijke toonsoorten. Alsof hij uit noodzaak een einde aan dit deel moest maken omdat bijv. zijn inkt op was, niet omdat hij honger had! Deze fuga doet mij denken aan het ruimtevaartuig de Voyager dat het zonnestelsel al lang achter zich heeft gelaten en nu de rest van het heelal verkent. Er is maar één richting, geen eindbestemming, en geen terugkeer meer mogelijk.

Net zoals het heelal en de aardbol onbegrensd maar toch eindig zijn, moet Bach intuïtief hebben aangevoeld dat als je maar lang genoeg door wandelt,  je vanzelf weer bij je vertrekpunt terug keert. Een vorm creëren is in het scheppingsproces dus onvermijdelijk.

De fuga van de 3e sonate in C groot, is welliswaar nóg langer dan die van de a-klein sonate en evenaart de lengte van de Chaconne, maar hierin creëert Bach duidelijk de noodzakelijke orde; hij giet de fuga in een vorm die al aan de latere Sonate-vorm van de klassieke stijl doet denken, waarbij de expositie van de fuga (waarin het thema in alle stemmen wordt geïntroduceerd), bijna letterlijk wordt herhaald; net als de reprise van een sonate. Hiermee creëert Bach een gevoel van volmaaktheid  Hij is er uiteindelijk in geslaagd om zijn creativiteit in banen te leiden door het construeren van een muzikaal architectonisch bouwplan van jewelste, een monumentale kathedraal in klanken.

Net als bij de Chaconne ervaar je bij deze fuga een compleet andere tijdsbeleving; niet meer lineair als een klok in één richting, maar cyclisch en tijdloos. De objectieve kloktijd (chronos) geeft 12 minuten aan, maar heeft geen betekenis meer. De tijdsbeleving (kairos) voelt als een flits van een seconde, maar door de intensiteit en verrijking van de reis, voelt deze tegelijk als een eeuwigheid.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Musicus in corona-tijd

zonlicht in de kloosterkerk

CD presentatie 21 maart: op tastbare afstand.